Spreektekst Romano Boshove namens GroenLinks en de PvdA
Om te beginnen gaat vanavond niet om het evalueren van het besluit van 7 december 2021 om het gebiedsproces stop te zetten. Wel over wat er mis is gegaan en belangrijker; wat we daarvan kunnen leren voor de toekomst. Bij aanvang hadden wij, en ik denk velen van ons, echt het gevoel dat we hier iets moois konden neerzetten. Zowel voor het gebied als voor de duurzaamheidsdoelstellingen. Dat heeft allemaal heel anders uitgepakt.
Daarvoor zal ik namens de fracties van PvdA en GroenLinks een aantal vragen stellen, een deel is meer aan de raadscollega’s en een deel vraagt om reflectie van het College.
Om te beginnen; een rode draad in het rapport is dat rollen onduidelijk waren. Destijds was ik ook woordvoerder energie. Het was voor mij duidelijk dat de raad afstand had te houden om de diverse inwonersgroepen hun taak te laten uitvoeren. Toch zijn er raadsleden geweest die hier kennelijk een andere opvatting over hadden. Als aanbeveling stelt I&O ‘Wanneer raadsleden of fracties afwijken van de beschreven rol, spreekt het college de raad hierop aan’.
Los van de vraag of in de opdrachtformulering van dit gebiedsproces de rollen goed genoeg waren beschreven kan deze aanbeveling geen standhouden. Immers is het in ons democratisch bestel een vreemde gang van zaken als een College de raad, wat immers het hoogste orgaan is, ter verantwoording gaat roepen.
Een terechte vraag is wel; hoe moet het dan wel? En is dit niet juist een taak voor de burgemeester als voorzitter van de raad? Daarop graag een reflectie van het College.
En aan de raadscollega’s; ik denk sommigen van ons zich verbaasd hebben over de rol van andere raadsleden die niet volgens de afspraak waren; maar wat gaan we in de toekomst dan doen met dat soort signalen? Hoe zorgen we dat we elkaar ook bij de les houden?
Ook duidelijk uit dit rapport is dat een deel van de miscommunicatie met de inwoners veroorzaakt is door de wisselingen in samenstelling van het College. Hoe zorgen we dat dit voorkomen wordt in de toekomst? Moet er bij dusdanig grote projecten niet altijd een tweede wethouder ‘meekijken’? Hoe borgen we continuïteit? Graag een reflectie van het College.
Dan kom ik bij 1 van de hardste conclusies van I&O. Namelijk ‘Het gebiedsproces is niet adequaat in gericht.’ Als gevolg hiervan is de opdracht aan de omgevingsadviesgroep zelfs aangepast door het College. Bij mijn weten is de raad daar nooit formeel over geïnformeerd. Hoe zorgen we dat bij een proces waar de raad op de hoogte blijft als we afstand dienen te houden van het participatieproces? Hoe ziet het College, juist in dit soort gevallen, haar informatieplicht? Immers hebben in dit voorbeeld raadsleden die zich toch bemoeien voordeel tegenover de raadsleden die op afstand blijven door dat zij evident een informatievoorsprong hebben.
En terwijl het proces een aaneenschakeling van emoties, teleurstelling en onduidelijkheid blijkt te zijn geweest hebben wij vanuit de portefeuillehouder een dergelijk signaal niet gehad. Sterker nog, tot het laatst is de lijn geweest dat het een uniek proces was waar we trots op moesten zijn en dat het hele land, en specifiek Universiteit Tilburg, met ons meekeek hoe wij het hier deden. Dat het een uniek proces was, wellicht klopt dat maar dan niet in de positieve zin.
Voor de participanten misschien wel het belangrijkste; door onduidelijkheid te laten bestaan over verschillende petten die inwoners konden dragen heeft dat voor emotie en spanning gezorgd. Dat zeg ik niet, dat heeft een inwoner in het interview aangegeven. Vooropgesteld dat ik denk dat we daar als gemeentebestuur, raad en college allebei een onderdeel in zijn geweest. We hebben de OAG en andere betrokkenen met een onmogelijke opdracht het veld in gestuurd. Dat spijt mij. En ik hoop dat we dat allemaal voelen. En dat we die les allemaal hebben geleerd. Dat een OAG-lid aangeeft het beëindigen van het proces in de krant te hebben moeten lezen en er nog geen bedankje af kon maakt het allemaal nog pijnlijker.